Ad rem
Ik rende met Jan door het plaatselijke stukje natuurpark de Koekendaal, op weg naar de McDondalds. Het was tropisch warm en we stuiterden van schaduw naar schaduw.
We passeerden drie mannen van de gemeenteplantsoendienst, in hun lange groene overall, zittend op een bankje. Ze zagen er uit als verlepte bloemen die dringend water nodig hadden, maar dat weerhield ze er niet van 'grappig' te doen.
'Hé, weet je niet dat het veel te warm is om te rennen?!' riep er één.
'Oh ja?!' schreeuwde ik terug. 'En weet jij niet dat het veel te warm is om met een lange broek op een zonnig bankje te zitten?!'
Maar toen waren we al een kwartier verderop, want mijn geest is ongeveer net zo snel als mijn looptempo.
He, zo ben ik ook: een half uur later denk ik altijd "dit had ik moeten zeggen!"
geweldig opgeschreven dit!
Oh, het beeld van mannen van de gemeentedienst die op een bankje zitten is zoooo geweldig. Ik herinner me foto's van eenzelfde tafereel die de geschiedenis zijn ingegaan.
Door jullie geren zijn ze misschien toch snel terug aan den arbeid gegaan;-)