Lopers vijanden
Na bijna een week niet (hard)lopen door een venijnige verkoudheid, Runner's World kan me nog meer vertellen, stond ik te dringen om mijn identiteit van hardloopster opnieuw te claimen.
Dus liep ik drie dagen achter elkaar, in plaats van om de dag. Mijn lichaam sputterde nog zwakjes tegen: 'Ik mag toch een rustdag?' maar ik antwoordde kortaf: 'Jij hebt wel genoeg gerust!'
Toen pas durfde ik even te gaan zitten, zonder me zorgen te maken dat ik mij niet langer 'loper' mocht noemen.
Omdat de kinderen weer eens vrij waren, kon het dus gebeuren dat ik rond acht uur 's ochtends de fietspaden van Doetinchem onveilig maakte. Ik waande mij veilig vanwege de vakantie, maar al snel zag ik ze komen: grote groepen fietsende scholieren. Dat krijg je van die vakantiespreiding!
'Daar fietst de toekomst van Nederland, op weg naar kennisvergaring,' dacht ik vertederd toen ik ze voor het eerst tegenkwam. Maar nadat de toekomst mij bijkans platreed, maakte vertedering plaats voor doodsangst.
Scholieren fietsen namelijk het liefst met zoveel mogelijk mensen náást elkaar. Alsof ze meedingen naar een plaats in het Guinness Book of Records onder de vermelding Breed Fietsen. Nou zou dit nog tot daar aan toe zijn, als ze bij het zien van charmante hardloopsters zoals ik, netjes in formaties van twee gingen fietsen. Maar het is natuurlijk veel stoerder om die hardloopster van de sokken te fietsen. Bovendien, in hun verdediging, ze lijken wel ziende blind.
Laatst kwam er echter een groep scholieren voorbij die mij wél zag, en ik haalde opgelucht adem. Maar mijn opluchting was van korte duur, toen ze allerlei gemene dingen begonnen te roepen in de trant van: 'Zo Tomaatje!' en: 'Van lopen word je ook niet knapper!'
Plotseling vond ik 'gezien worden' zwaar overschat. Voortaan blijf ik liever onzichtbaar.
En in de berm.
De ene keer zijn het schoolgaande pubers en de andere keer wielrenners die zonder bel fietsen; ws. slecht voor de stroomlijn. Het is af en toe echt oppassen geblazen.
Maar nooit vergeet ik die keer dat ik twee fietsende puberjongens achter mij hoorde giechelen en het woord 'leuke meid' hoorde vallen. Nu was ik verder de enige in de wijde omgeving zodat ik toch de indruk kreeg dat het over mij ging en ik meteen natuurlijk nog meer op mijn houding lette.
Tot zij mij echter inhaalden en achterom kijkend vol afschuw uitriepen; ooooooh, het is een oud wijf!!!
conclusie: mijn achterkant is veel jonger dan mijn voorkant.
Dat is blijkbaar de prijs die je moet betalen voor een goddelijk lichaam!
Hoe herkenbaar!