Gedachten op de loop
Ik rende mijn zestien kilometer, naar Westendorp en terug, toen bij zo’n kilometer of dertien mijn oog viel op een brede strook gras. Het leek wel of dat gras mij riep. Het lokte en lonkte, en ik kon alleen nog maar denken hoe lekker dat gras wel niet zou liggen. ‘Kom, vlei u neder,’ fluisterde…